Armand Sağ
Link
 

 

De achterkant van Internationale Betrekkingen
   
 

De achterkant van Internationale Betrekkingen

Een intelligence failure en misleiding (deception) zijn vaak elkaars spiegelbeeld.
De kern van intelligence failure bestaat uit een gebeurtenis waarbij intelligence gefaald heeft, dit beslaat meerdere gebieden. Enkele voorbeelden zijn gebeurtenissen die plaatsvinden zonder waarschuwing, verrassingsaanvallen en andersoortige verrassingen (zoals de oliecrisis van 1973) en een politieke gebeurtenis (al dan niet gewelddadig van aard).

De oorzaken van intelligence failure hangen nauw samen met deception (oftewel misleiding) omdat elk land er alles aan doet om te voorkomen dat andere staten hun acties weten en daarop anticiperen. Indien deception faalt is het per definitie geen deception meer omdat het doel (misleiden van anderen) niet gehaald kan worden. Indien deception werkt dan is er sprake van intelligence failure bij de landen die misleidt zijn. De oorzaken van intelligence kunnen wijd gezocht worden, maar komen meestal terug in deze vijf punten. Ten eerste kan er een gebrek aan intelligence zijn, dat wil zeggen dat er niets tot niks beschikbaar is over een komende gebeurtenis (zoals het Ardennen Offensief). Een tweede punt is dat er wel intelligence is, maar dat er belangrijke stukken ontbreken waardoor cruciale intelligence wordt gemist of niet gedeeld door andere instanties. Deze instanties kunnen gestationeerd zijn in bevriende landen (zoals geallieerden in de Eerste Wereldoorlog die onderling maar weinig informatie uitwisselden) of in eigen land (zoals de FBI, CIA en NSA). Een andere optie is dat de intelligence wel bestaat maar dat er geen toegang toe is omdat het ontcijferbaar en/of te zwaar gecodeerd is. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. De vierde oorzaak van intelligence failure kan hem liggen in het feit dat er te laat een evaluatie gemaakt wordt of gemaakt kan worden door een overload probleem waarbij je overspoeld wordt door informatie. Het is van cruciaal belang om hierbij uit te vogelen welke informatie van belang is en welke niet. Dit vergt tijd en dat is nu net wat je in sommige gevallen niet hebt. Als vijfde en laatste oorzaak kan er sprake zijn van verkeerde interpretatie van de te verwachten gebeurtenissen. Het verloopt altijd op dezelfde manier en de analist negeert hierdoor tegenstrijdige informatie. Voorbeelden hiervan kunnen gezocht worden in de intelligence failure van Turkije tijdens de terreuraanslagen van de PKK in toeristische oorden. De informatie was aanwezig maar was in voorgaande jaren vals alarm totdat in het jaar 2005 achtereenvolgens Kuşadası, Antalya, İstanbul en İzmir als doel had. Waar het vanuit de kant van Turkije ging om intelligence failure, was het een prima manier van deception van de tegenpartij PKK.

Men kan zich dus verweren tegen misleiding door intern de intelligence te laten slagen, dit is dan niet altijd haalbaar maar zal wel de kansen om misleid te worden sterk verkleinen. Waar men echter wel op moet letten om verkeerde interpretaties van de verzamelde intelligence te voorkomen is het zogenoemde groepsdenken (‘group think’) wat vooral voorkwam in de kwesties Cuba en Irak. Ook het spiegelbeeld denken (mirror-imaging’) is niet gewenst, de tegenstander zal jouw daden niet altijd spiegelen want dit zorgt ervoor dat deze steeds achter de feiten aan loopt. Vooroordelen, politieke wenselijkheden en ontkenningsmechanismen zorgen ook voor een gekleurde realiteit waarbij je kwetsbaar bent voor deception van de tegenstander als de ervoor kiest om jouw zwakke punten te exploiteren. Het uitgangspunt van rationaliteit (oftewel dat de opponent denkt en handelt rationeel net als ‘wij’, een asymmetrie zogezegd) moet ook vermeden worden omdat de tegenstander juist zal proberen te handelen op een manier die jij niet zal verwachten. Single Agency Perspective is het analyseren en denken vanuit het standpunt in de organisatie, wat natuurlijk zorgt voor een log, conservatief apparaat dat niet in staat is om in te spelen op de actualiteit. Ook moet er gelet worden op de “Psychology of the intelligence analyst” zoals Richard Heuer op frequente basis zegt. Ook moet men bedacht en voorbereid zijn op deceptie door een staat of niet-statelijke beweging en daarop voorbereid zijn.

Dit alles zal de kans op deception en intelligence failure sterk verkleinen.

Wisselwerking
De wisselwerking tussen intelligence failure en misleiding kan het best aan de hand van drie voorbeelden getoond worden.

De Tweede Wereldoorlog: Pearl Harbour
De Japanners waren in de Tweede Wereldoorlog een geducht tegenstander op het gebied van intelligence omdat ze simpelweg overgingen tot het verbergen en misleiden van de Amerikanen. De manier waarop ze de Japanners dit deden had het vernuft van een genie maar tegelijkertijd de simpliciteit van een kleuter. Er werd namelijk belangrijke informatie in ogenschijnlijk doodgewone berichten geplaatst, waardoor de Amerikanen in feite onmogelijk konden zien wat het bericht daadwerkelijk inhield, ook al werden ze onderschept.

De Amerikaanse rol van de gebeurtenissen was hierbij echter ook belangrijk. Ten eerste dachten de Amerikanen vanuit een zekere arrogantie dat de Japanners sowieso nooit een aanval zouden durven, vooral niet op de kern van hun marinebasis. De aanval werd meer verwacht in de Filippijnen. Het aspect van intelligence failure komt ook terug in het feit dat de Amerikanen hadden een enorm stroom aan informatie hadden. Ondanks het feit dat de Amerikanen nog nooit zo’n compleet intelligence beeld van een land hadden gehad, wist men deze verworven informatie niet goed te verwerken. Dit kwam mede door de op het eerste oog normale wisselwerking tussen de Japanse militaire legereenheden. Maar ook werkten de Amerikaanse inlichtingendiensten niet of nauwelijks samen en ze hadden geen centrale verzamelplek waar de gewonnen informatie geanalyseerd kon worden. Dit zorgde er voor dat er geen overzicht meer was en dat Japan dus ook de mogelijkheid had tot de bovengenoemde manier van misleiding. 

Ook zorgde Japan voor een verrassingsaanval door de aanval tot op het laatste moment niet te melden met de radio, er werd een algemene radiostop afgekondigd tussen de vertrekkende schepen zodat er geen radioverkeer was en de Amerikanen er vanuit gingen dat de schepen stil lagen.

De Koude Oorlog: Communisme tegen Kapitalisme
De Intelligence failures van de Koude Oorlog zijn ruim in getal en gingen altijd af van het standoff-principe. Niemand verwachte dat de tegenstander zou durven ingrijpen en slechts incidenteel werd een bluf teruggeroepen (zoals in de Cuba-crisis). In meerdere gewapende strijden bleken de Sovjet-troepen doortastender en/of provocerender dan men verwachtte. Ook andere gevallen zijn bekend in de Koude Oorlog, zoals de Korea Oorlog waarbij uit het niets Noord-Korea het initiatief nam tot een grootscheepse aanval op Zuid-Korea.

Ook het TET-offensief van 30 januari 1968 was een geval van intelligence failure, dan niet één van de grootste blunders. Alhoewel afgeslagen door de Amerikanen vielen de Noord-Vietnamezen en aanwezige guerrillaleden in Zuid-Vietnam (beter bekend onder de naam Vietcong) massaal en landelijk de vijandelijke posities aan. Dit kwam door een onderschatting van de Vietnam-Oorlog na 1965 door de Amerikanen. Er werd meer aandacht gegeven aan het terugtrekken van de troepen en de plannen die daartoe ontwikkeld zouden moeten worden. Ook was er weer die zekere arrogantie van de Amerikanen dat ze met de Amerikaanse Burgeroorlog, Mexicaanse Oorlog, Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog en de Korea-Oorlog onverslagen waren in alle oorlogen die de Verenigde Staten van Amerika tot op dat moment hadden gevoerd. Zelfs toen Korea verloren leek en de Amerikanen tot het uiterste punt in Zuid-Korea samengepakt waren, wachtend op de genadeslag, keerde het tij en leken de Amerikanen aan de winnende hand. Die gedachte zorgde ervoor dat men overtuigd was van het feit dat dit weer het geval zou zijn, geheel onterecht zou zijn later blijken.

Het Israelisch-Arabisch conflict: Yom Kippur-oorlog
De Yom Kippur-oorlog staat ook wel bekend als de Oktoberoorlog waar Egypte en Syrië een verrassingaanval uitvoerden op een van te voren afgesproken datum. Israël was door een overweldigende vliegtuigmacht en exceptionele luchtmacht simpelweg overtuigd van het feit dat Egypte en Syrië nooit een aanval zou wagen. Dit zou volgens de Israëli net als in 1967 resulteren in een complete nederlaag voor de Arabieren aan de hand van de superieure Joodse luchtmacht. Door technologische kennis en de modernste wapen van de Sovjet Unie waagden Egypte en Syrië op 6 oktober 1973 toch een aanval op Israël waarbij het element van verrassing cruciaal was in het slagen.
           
De aanval kwam donderslag bij heldere hemel voor de Israëli, omdat vooral omdat ze de Arabieren na de Zesdaagse Oorlog van 1967 sterk onderschatten. Dit was het gevolg van het zogenaamde ‘mirror imaging’; als Israël in de situatie zat waarin Egypte zat, zou het zelf nooit hebben aanvallen. Hiernaast zijn er ook nog de misleidingmethoden die de Egyptenaren effectief toepasten, hiermee kunnen we denken aan de Egyptische media die een grote nadruk gaf aan de verbeterde relaties met Israël op elk gebied. Ook kregen grote getallen Egyptische soldaten verloven om zich terug te trekken van het Suez-kanaal, wat toen de grens was. In werkelijkheid trokken de soldaten samen in een iets verder gelegen dorp, achter de luchtafweergeschutten die Egypte onlangs van de Sovjet Unie had gekocht om af te rekenen met de Israëlische luchtmacht. Alhoewel het plan in eerste instantie werkte, viel het plan in elkaar toen Syrië niet ver genoeg Israël binnentrok om af te rekenen met de terugtrekkende Israeli waardoor ze tijd kregen om te hergroeperen. Aan de andere kant ging Egypte juist net iets te ver, waardoor ze het onzichtbare beschermende schild van luchtafweerschut verlieten. Hierdoor waren ze een makkelijk prooi voor de Israëlische piloten.

Symmetrische conflicten
Symmetrische conflicten (met opponenten van gelijke sterkte) leiden tot een andere prioritering van de gekozen vormen van intelligence, dan asymmetrische conflicten (met opponenten van verschillende sterkte). Op de volgende vormen van intelligence legde de V.S. de nadruk bij het verzamelen van informatie over de U.S.S.R. tijdens de Koude Oorlog.

Ten tijde van de Koude Oorlog was er een klimaat gecreëerd waardoor informatie tussen Oost en West moeilijk te bereiken was. De concurrerende ideologieën, zouden samen zorgen voor ongeveer 25 miljoen doden en begonnen direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog met een wapenrace die zou duren tot 1991. Hierdoor werd het zowel voor de Verenigde Staten van Amerika als voor de Sovjet Unie moeilijk om via Human Intelligence informatie over elkander te verzamelen. Vooral na 25 juni 1950 met de inval van (door Sovjet-troepen gesteunde) Noord-Koreaanse troepen in Zuid-Korea met als doel het vestigen van een communistische eenheidstaat van Korea. Dit zorgde voor een angst dat de Sovjet Unie ook een dergelijke aanval zou wagen om dit ideaal ook in Europa in Duitsland en andere staten te kunnen verwezenlijken. Door de bovenstaande beperkte Human Intelligence, dat wil zeggen informatie vergaard door personen, waren de landen van de NAVO niet in staat om een eventuele dergelijke militaire onderneming van de Sovjet Unie te kunnen voorkomen dan wel het hoofd te bieden door middel van een tegenaanval. Er was namelijk geen bruikbare informatie beschikbaar aangaande de militaire kracht van de Sovjet Unie. De Verenigde Staten van Amerika en haar bondgenoten konden zo een moeilijke inschatting maken van de militaire opties die men eventueel zou kunnen hebben en/of gebruiken tegen de Sovjet Unie.

Zodoende was er een zogenoemde ‘standoff’ tussen twee partijen waarbij ideologie de belangrijkste factor was. Geen van beide partijen had zekerheid over de toekomst en/of de volgende stap van zijn tegenstander, alsmede de capaciteiten van de ander. Dit veranderde echter in de loop der jaren, mede door de stichting van de CIA in 1947. Haar counterpart in de Sovjet Unie kreeg de naam KGB, wat een waardige tegenstander bleek. De CIA was echter niet de eerste keus van de Amerikanen, dit was het vergaren van kennis via publieke en politieke relaties. Hierbij ging het vooral om informatie aangaande de militaire capaciteiten van de Sovjet Unie en de aspiraties ervan. Waarom had de Sovjet Unie een dergelijk groot leger nodig? Was het defensief of offensief bedoeld? Dit waren vragen waar de CIA antwoorden op moest krijgen door kennis van achter de Ijzeren Gordijn te vinden en dit op een adequate manier te bestuderen.

Alhoewel Human Intelligence uiterst geschikt is voor het inschatten van de politieke en economische krachten van een staat, is Signal en Imagery Intelligence beter geschikt voor het achterhalen van militaire kracht. Waar de eerste vooral bestaat uit persoonlijke bronnen, bestaat het tweede uit signalen en fotomateriaal wat men beter tot zich kan nemen. Wie hierop het verschil tussen Signal en Imagery wil weten, moet dit citaat tot zich nemen: “Imint tells you what has happened. Sigint tells you what will happen”.

Alledrie de bovengenoemde vormen van Intelligence zijn dus gebruikt of in ieder getracht gebruik van te kunnen maken door de Verenigde Staten van Amerika om zodoende meer informatie te hebben over de Sovjet Unie. Door de technologische vooruitgang in de jaren vijftig van de vorige eeuw, nam Signal Intelligence de plek in van de hiervoor zo frequent gebruikte Human Intelligence. De Human Intelligence had geen moeite met het ronselen van informanten omdat veel mensen zich uit ideologisch en/of emotionele redenen (familieleden waren naar Siberie gestuurd, zelf onterecht in de gevangenis beland) meldden bij de Verenigde Staten. Een ander bron van personeel kwam uit de diplomaten die op frequente basis naar de lidstaten van het Watschau-pact gingen, deze mensen fungeerden als dubbelfunctionarissen die zowel werkten als diplomaat als CIA-agent. De moeilijke positie echter van spionnen en dubbelspionnen die Human Intelligence vergaarden, zorgen (mede met het technologische aspect) ervoor dat de Verenigde Staten van Amerika meer aandacht begon te besteden aan Signal en Imagery Intelligence vanaf ongeveer de jaren zestig en zeventig. De objectiviteit van deze twee manieren werden geprefereerd boven Human Intelligence, echter was hier het gevaar dat de Signal en Imagery Intelligence gevallen konden zijn van deception.

Desalniettemin verschoof de aandacht van Humint in de jaren veertig en vijftig (en gedeeltelijk de jaren zestig) naar Sigint en Imin in de latere jaren.

Verzamelen van informatie
Bij het verzamelen van informatie over, bijvoorbeeld de Rote Armee Fraktion, moet men het gebruik ervan goed kunnen combineren.

Bij het verzamelen van informatie over de Rote Armee Fraktion is de vraag niet zozeer “welke” vormen van intelligence gebruikt moeten worden, maar “welke mate”. Want elk vorm van intelligence is van groot belang en heeft zijn functie. Elk deel van intelligence heeft een plek in de enorme puzzel van informatieverwerking, waar het cruciale informatie geeft over de organisatie. De eerste optie die naar mijn mening overwogen moet worden is Human Intelligence, want het infiltreren bij een organisatie die draait op de inzet van elk individu in het geheel in plaats van een van bovenaf gestuurd oorlogsinspanning zou ervoor zorgen dat Imagery Intelligence door het gebrek aan visuele kennis (de RAF was namelijk een diep geheime organisatie, waardoor wapenopslagplaatsen bij mensen of sympathisanten thuis werden opgeslagen. Het fotograferen van deze opslagplaatsen vanuit een satelliet zou dus weinig nut hebben. Het zou echter wel gebruikt kunnen worden, zoals bij de maffia of Cosa Nostra in de jaren negentig in de Verenigde Staten van Amerika, om de contactpersonen te identificeren.

Het vaststellen van deze contactpersonen kan nader gespecificeerd worden door middel van telefoontappende intelligence (oftewel Signal Intelligence). Hierna kan men deze personen en de kennis die ze bij zich hebben (wapens, documenten en bijvoorbeeld telefoonnummers) onderscheppen om zodoende vast te stellen hoe en bij wie er een infiltrant nodig is in de organisatie.

Na het vaststellen van de verschillende onderlinge verbanden tussen de leden kun je daar namelijk makkelijker een persoon inbrengen, deze persoon in kwestie kan van binnenuit zenders en afluisterapparatuur planten. Signal Intelligence is dus ook in de latere periode van cruciaal belang. De persoon in kwestie zal zowel gebruik maken van Sigint als van Imint, waarnaast hijzelf een Humintsource zal zijn. De moeilijkheidsgraad van het infiltreren in een dergelijke kleine organisatie, alsmede het gevaar van ontdekking en de grote kans om geliquideerd te worden door RAF-leden, zal Sigint toch wel meer de safeside van kennis vergaren zijn.
 
De vormen waarvan ik in grote mate gebruik van zou maken zijn Signal Intelligence (het afluisteren, organisatiestructuur leren en bepalen van locaties door middel van taps), Imagery (het arsenaal aan wapens, geld, identiteit en bewegingen vaststellen) en Human Intelligence (door infiltranten, schijnbare sympathisanten en dichtbij de groep zittende leveranciers van wapens). De kern van kennis vergaren zou Human Intelligence zijn met Signal Intelligence als grootste ondersteunende factor en in mindere mate Imagery Intelligence, alhoewel Signal en Imagery Intelligence op zich ook voor informatie zouden zorgen (die niet direct van belang zijn voor de infiltrant).

De AIVD en MIVD
Bij een eventuele overweging van het Kabinet om de AIVD en de MIVD te laten fuseren tot een Nationale Inlichtingen- en Veiligheidsdienst zouden er gelet moeten worden op de volgende punten.

De betere positie van de binnenlandse informatiediensten zal ontstaan door een eventuele fusie indien deze gebaseerd is op een bedoeling om een uitmuntende informatieabsorptiecentrum te creëren. Een fusie om budgettaire redenen zal niet van toepassing zijn en zelfs voor desastreuze gevolgen zorgen, dit zou betekenen dat de eventuele nieuwe dienst met minder mannen en minder geld meer taken op zich zou moeten nemen. Dit terwijl de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst zich vooral focust op buitenlandse informatievergaring, de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst daarentegen is binnenlands gericht. In een tijd waarin potentieel Islamitisch terrorisme gevoed wordt door buitenlandse extremisten, is het voor de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst wel handig om ook in het buitenland actief te zijn. De vraag rijst echter al snel of dit alleen maar kan door een fusie, een intensieve samenwerking zou hier meer voordelen met zich meebrengen omdat de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst nu eenmaal in dienst van het leger werkt en daardoor meer taken heeft die te maken hebben met de verschillende vredesoperaties, humanitaire interventies en crisissituaties waar het Nederlandse leger in betrokken is. Informatie die niet direct ter doel heeft om het volk van Nederland veilig te stellen, wat wel de taakstelling van de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst is. De interne rust, orde en veiligheid is de primaire taak. Alhoewel er raakvlakken zijn tussen de twee diensten, staan de primaire doelen dermate ver van elkaar dat het behouden van deze aparte Inlichtingen en VeiligheidsDiensten meer voordelen met zich meebrengt en zodoende logischer is. Weliswaar pleit ik voor een verregaande samenwerking tussen de twee diensten op de raakvlakken die wel aanwezig zijn.

Omgang met informatiestromen
De omgang met informatiestromen zijn tot op zekere punt hetzelfde, maar op andere punten weer compleet anders. Dit verschil zit hem in de verschillende achtergronden van de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst en Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst. Waar de één verbonden is aan een ministerie, is de ander gebonden aan een ander ministerie. Het centrale punt waar beide informatiebronnen terechtkomen is de Centrale Archief Selectiedienst, dus ook hier wordt er al in grote mate samengewerkt door informatie onder één dak onder te brengen. Echter kan dit in het geval van de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst gebeuren na afloop van een gebeurtenis omdat de informatie van de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst in een oorlogssituatie soms op zeer korte termijn gebruikt moet worden. De Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst werkt vaker een lange periode aan een zaak, waarna ze ingrijpen terwijl dit bij de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst veel minder is. Als we denken aan een schermutseling tussen Taliban-leden en Nederlandse soldaten in Afghanistan, dan is het bepalen van de positie van de vijand is wat op korte termijn gebeurd waarna direct actie ondernomen wordt. Of dit nu een aanval, verdediging of contra-aanval betreft is hier niet van belang, maar het feit dat dit soort korte termijn-beslissingen veelal niet in Nederland door de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst wordt genomen is een feit. De omgang verschilt ook in dermate dat de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst meer op korte termijn situatiegericht werkt met de vergaarde informatie en de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst meer op de lange termijn preventief werkt met de informatiestroom.

Verandering in de organisatie
De interne ontwikkeling van de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst en Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst staat de laatste jaren voorop, iets wat vooral gericht is op betere prestaties van hun primaire taak. De eventuele fusie zou deze interne ontwikkelingen belemmeren doordat ze nu als een geheel moeten ontwikkelen naar een bepaald doel, wat dan vooral de gezamenlijke raakvlakken zou moeten zijn.

De punten waar de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst momenteel aan werkt, zijn vooral gericht op kerncompetenties, externe oriëntatie en operationele slagkracht. Dit tegenover de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst, die aan uitbreiding toe is door de recente veiligheidspolitieke en operationele ontwikkelingen. De complete reorganisatie waar de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst in 2006 aan is begonnen is nog niet afgerond, waardoor een evaluatie nog niet mogelijk is geweest. Het geen kans gunnen aan de nieuwe organisatie door direct aan een fusie te denken zou naar mijn mening nutteloos zijn. Nu zouden beide richtpunten teniet gedaan worden, zonder een kans te hebben gehad na de interne ontwikkelingen en reorganisatie. Ook hier zou het dus een nadeel zijn.

Verloop van de (democratische) controle
De democratische controle van beide Inlichtingen en VeiligheidsDiensten verlopen door de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Dit is een gebied waar er voordelen gewonnen kunnen worden doordat de twee verschillende ministeries waar de Inlichtingen en VeiligheidsDiensten nu aan verbonden zijn dan niet meer verantwoordelijk zullen zijn. Er zal één geheel van controlerende verantwoordelijken komen, in plaats van de huidige twee ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken, de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de Nationale Ombudsman en de Algemene Rekenkamer waar nu een deel van de controle, verantwoording en verantwoordelijkheid ligt.

Hier bovenop is er een nieuwe commissie in het leven geroepen om de toezicht op de rechtmatigheid van het handelen van de diensten bij de uitvoering van de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten 2002 te vergroten. Deze Commissie van Toezicht onderzoekt zowel de activiteiten van de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst als de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst en zal dus voordelen ervaren bij een eventuele fusie van de twee Inlichtingen en VeiligheidsDiensten.

Contacten met zusterdiensten
De contacten van de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst en de Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst tussen hun zusterdiensten en onderling zijn op dit moment erg intensief. Door een eventuele fusie zouden de contacten een verwaarlozing tegemoet zien treden, want het is op dit moment zo dat de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst vooral met het militaire aspect te maken heeft en daardoor vooral zusterdiensten heeft die ook in de militaire sector zitten. De Algemene Inlichtingen en VeiligheidsDienst echter zit in de civiele wereld en, alhoewel gebonden aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, richt het zich vooral in de binnenlandse veiligheid met de optie om informatie uit het buitenland (wel of niet via de Militaire Inlichtingen en VeiligheidsDienst) te gebruiken ten behoeve van dit doel.

Een fusie zou deze contacten doen verwateren omdat er een nieuw doel zou moeten komen en daardoor nieuwe contacten met zusterdiensten moeten komen die ook actief zijn op dat gebied. De binnen- en buitenlandse (zuster-)diensten waarmee dan eventueel samengewerkt zou moeten worden bestaan echter doorgaans ook uit een civiele en militaire afdeling, waardoor het handhaven van twee Inlichtingen en VeiligheidsDiensten handiger zou zijn.



Armand Sağ

21 januari 2008

© Armand Sağ 2008

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)